Er zijn diverse oogaandoeningen die kunnen worden gecorrigeerd met behulp van lenzen of een bril. Er zijn echter ook aandoeningen waarbij andere ingrepen noodzakelijk zijn of waarbij je met kleurlenzen op cosmetische wijze een probleem kunt maskeren. In dit korte artikel worden een aantal van deze condities besproken.
Glasvocht loslating
De grote ruimte achter de ooglens is geheel gevuld met glasvocht (corpus vitreum). Dit is een transparante gelei-achtige massa omgeven door een dun vlies. Het glasvocht bevat geen bloedvaten, maar dunne vezels die zorgen voor elasticiteit en stevigheid. Het bekende verschijnsel van de zogeheten mouches volantes (vliegende muggen) houdt in dat deze vezels zichtbaar zijn als drijvende sliertjes of stipjes in helder licht of tegen een lichte achtergrond. Rond het 60ste jaar gaat het glasvocht van structuur veranderen en kan het gaan inkrimpen. Hierdoor kan het gedeeltelijk los komen te liggen van het netvlies. Dit noemen we een achterste glasvochtloslating. Men ziet dan lichtflitsjes, omdat het glasvocht trekt aan het netvlies en hierna zijn vaak (meer) mouches volantes zichtbaar. De flitsen gaan vanzelf over en het veroorzaakt verder geen problemen voor het oog.
Droog oog
Een slechte bevochtiging van het oog ontstaat door een slechte kwaliteit van de traanfilm of een verminderde traanproductie als gevolg van een minder goed functionerende traanklier bij droog oog. De patiënt klaagt vaak over een branderig of zanderig gevoel, de ogen worden gauw rood en/ of het zicht kan wat wisselen. Vaak worden hier kunsttranen voor voorgeschreven en in het geval van extreem droge ogen wordt nog wel eens de traanafvoer door een plugje afgesloten.
Er zijn speciale lenzen, zoals Torische lenzen welke effectief zijn bij astigmatisme. De bovengenoemde condities daarentegen kunnen niet worden verholpen mbv speciale lenzen.
Recente reacties